Leden
Momenteel heeft onze loge een kleine 25 leden, van 30 tot 80 jaar oud.
De naam van onze loge is een soort beginselverklaring. Landmerken hebben in de Vrijmetselarij een speciale betekenis
evenals "De Oude Plichten".
Deze werden als eerste beschreven door James Anderson in 1723, kort nadat de Vrijmetselarij zijn formele basis had gekregen in Engeland. Als u de geschiedenis van onze loge leest begrijpt u wellicht wat het doel van onze oprichters is geweest.
De Oude Landmerken is, naar datum de tweede Arnhemse Vrijmetselaarsloge.
De beide andere Arnhemse loges zijn "De Geldersche Broederschap" No. 23 en "Het Gulden Vlies" No. 240.
Dit besef leefde ook heel sterk bij de oprichters van onze loge, die in hun beginselverklaring benadrukten dat de bedoeling van ons vrijmetselaar-zijn is de bewustwording van de taak ons als deel van de kosmos opgelegd.
Dit moest gebeuren, zoals zij zeiden, "ter bevordering van het doel, door de Opperbouwmeester des Heelals aan de kosmos gesteld, langs de weg in onze symbolen en ritualen aangegeven".
Als wij werkelijk streven naar die bewustwording, dan zullen broederlijke toon en broederlijkheid als sfeer als gevolg daarvan opbloeien.
De arbeid in de loge heeft door de jaren heen - met de onvermijdelijke ups en downs en de onderbreking door de oorlog - veel van deze beginselen in zich gehad.
Er is altijd grote aandacht geweest voor de bestudering van het ritueel en het trachten begrijpen van de geestelijke achtergronden.
Ook komen vaak religieuze stromingen aan bod en soms worden maatschappelijke vraagstukken besproken.
Maar op de eerste plaats komt het ritueel en de beleving ervan.
Telkens komt hier ook naar voren, dat het lezen van een ritueel niet betekent dat je het ook kunt begrijpen: dat komt pas door het te ondergaan, het daarna herhaaldelijk meebeleven en door jarenlange studie.
Wie een ritueel letterlijk neemt, geeft blijk de bedoeling niet te begrijpen: het gaat om het persoonlijk doorvoelen van de symboliek.
Over onze naam: wat zijn landmerken?
Het woord landmerk is een letterlijke vertaling van het Engelse landmark, hetgeen betekent: grenspaal, markeringspunt, baken.
Reeds in het oudste wetboek der Vrijmetselarij: de "Constitutions" van de Schotse predikant James Anderson, wordt over de Landmerken gesproken, zonder overigens aan te duiden, welke deze zijn. Kennelijk was in die tijd (1723) algemeen bekend welke de Landmerken waren.
Tegenwoordig zijn velen de mening toegedaan dat een Landmerk een element is in de vorm of het wezen van de Broederschap dat van zodanig belang is, dat Vrijmetselarij niet langer Vrijmetselarij zou zijn als het er uit zou worden verwijderd.
|