Logegeschiedenis Waarom is er in één plaats vaak meer dan één loge? De oorzaken kunnen verschillend zijn: Een loge kan te groot worden, waardoor de behoefte ontstaat haar te splitsen. Er kunnen verschillen van opvatting zijn over hoe men Vrijmetselarij wil beleven. Deze laatste oorzaak lag ten grondslag aan de oprichting van "De Oude Landmerken" in het jaar 1932. Binnen "De Geldersche Broederschap" bestonden twee stromingen, waarbij de ene de nadruk legde op wat men als Broederschap beschouwde en waarbij men de rituelen ondergeschikt achtte, terwijl de andere stroming juist de nadruk wilde leggen op bestudering en beleving van de rituelen, waaruit de Broederschap zou moeten voortvloeien. Een drijvende kracht bij dit laatste was de Arnhemse specialist voor hart- en vaatziekten M.S. Lingbeek (1864-1954), welke een belangrijke rol in de Nederlandse Vrijmetselarij heeft gespeeld. Zo was hij, na een verblijf van enige jaren in Zuid Afrika voor, tijdens en na de laatste Boerenoorlog (1899-1902), lid van het Hoofdbestuur der Orde en Grootmeester (= voorzitter van het Hoofdbestuur) geweest (1917-1923). Hij was een groot kenner van de geschiedenis en achtergronden der rituelen en was van mening dat in de loop der afgelopen decennia door allerlei wijzigingen veel zinvols verloren was gegaan omdat men de betekenis ervan niet meer begreep. Zo was hij enerzijds voorstander van vernieuwing en verdieping, anderzijds wilde hij wat verloren was gegaan weer terugbrengen. Toen de tegenstellingen in de Geldersche Broederschap onoverbrugbaar bleken werd in 1932 door een groot aantal leden van De Geldersche Broederschap aan het Grootoosten verlof gevraagd een nieuwe loge te stichten, waarvan Lingbeek de eerste voorzitter werd. Zijn idealen hebben vorm gekregen in de ritualen van "De Oude Landmerken", waarin enerzijds de door het Hoofdbestuur verplicht gestelde onderdelen voorkomen, maar waarin anderzijds meer de nadruk ligt op kosmische en lichtsymboliek, naast de ook gehanteerde bouwsymboliek. Ook werden veel elementen uit de Engelse ritualen overgenomen. De loge werd geïnstalleerd op 8 oktober 1932 door de toenmalige Grootmeester Hermannus van Tongeren. De tijd tot mei 1940 kan als een voorspoedige en creatieve periode worden gekenschetst. Door de goede zorgen van een aantal leden kon een groot deel van het archief de oorlog overleven. Na de bevrijding werd het logeleven weer snel opgepakt en werd verder gewerkt aan de uitwerking van de beginselen. In 1966 werd door een aantal leden, samen met leden van andere loges, een nieuwe loge gevormd: "Het Gulden Vlies" en in 1986 werd door een aantal leden, die in (de buurt van) Ede woonden, eveneens samen met anderen, de loge "Het Middelpunt" aldaar opgericht. In 1982 werd het 50-jarig jubileum luisterrijk gevierd. Tijdens het banket werd ons daarbij namens een overleden lid een cassettebandje overhandigd, waarop de laatste voordracht van Lingbeek (hij was toen 86 jaar en hulpbehoevend) uit 1947 was opgenomen. Een andere opmerkelijke gebeurtenis vond plaats op 6 oktober 1990 toen een leerlinginwijding plaats vond in aanwezigheid van een groot aantal Engelse en Schotse broeders. Ter gelegenheid hiervan werd het ritueel gedeeltelijk in het Engels opgevoerd. 2007 : Viering van het 75-jarig bestaan van De Oude Landmerken met een feestelijke bijeenkomst in kasteel De Doornenburg. Verder de uitgave van een gedenkboek waarin uitgebreid de logegeschiedenis is verhaald.
|